Ga naar inhoud

Skoody Boo

Members
  • Aantal items

    6106
  • Registratiedatum

  • Laatst bezocht

  • Dagen gewonnen

    200

Alles dat geplaatst werd door Skoody Boo

  1. Skoody Boo

    Wie ben ik

    Gewis doe je met de ruitengewissers. Of de ruitenongewissers als ze uitstaan. En twijfelen doe je met de interval.
  2. Skoody Boo

    Ydenaar

    Welkom! Mijn vriend heeft een Logan, en zelf heb ik een Nissan Vanette busje gehad Deurtjes zijn leuk inderdaad :). Ik denk dat het fijn rationaliseren is na zo'n goeie impuls Fijner dan met een Duster.
  3. Het valt natuurlijk ook niet mee om consequent elke mening echt als mening te formuleren. Het is meer een bepaalde grondhouding waarmee men dit verzuimt wat het zo irritant kan maken. Zonder zelf zo'n irritante grondhouding te hebben gaat Rosanne Hertzberger zelfs zover dat onzinnige waarheidsclaims "ons" als mensheid zouden kunnen redden, onzin dus als gerechtvaardigde manipulatie, als communicatiestrategie. En toch, als dit de enige manier zou zijn.... is het sop de kool dan wel waard? https://www.nrc.nl/nieuws/2016/09/23/onzin-van-green-happiness-kan-de-wereld-redden-4394305-a1523073
  4. Het voordeel van zo'n kort artikel is dat altijd zo goed gelezen wordt.
  5. Ik heb net een prachtig artikel van Christiaan Weijts gelezen. Een rake observatie, en mooi verwoord wat we kwijt raken en waarom dat jammer is. Wat mij betreft is dit taalpurisme. https://www.nrc.nl/nieuws/2016/11/04/de-smiley-is-de-betonrot-in-onze-ironie-5104310-a1530320 De smiley is de betonrot in onze ironie Ironie wordt steeds minder herkend, merkt Christiaan Weijts . „Hoe vet moet een knipoog zijn om nog te worden opgemerkt? In de gaarkeukens van opiniërend Nederland wemelt het van onbegrepen ironie.” Christiaan Weijts 4 november 2016 Een ingezonden briefje, zaterdag 1 oktober, in het Dagblad van het Noorden, over de schandalen rond studentenvereniging Vindicat: „Vrouwen hebben het in hun loopbaan lastiger dan mannen en dus passen extra vernederingen, zoals de bangalijst. Als een meisje daar goed doorheen komt, laat ze haar kracht zien. (…) Hoe zwaarder de ontgroening, hoe beter. Risico is daaraan inherent. Af en toe een dode of gewonde is jammer, maar maakt ook duidelijk dat het menens is.” Woedend deelden lezers dit epistel op internet. Slechts een enkeling kwam op de gedachte dat hier wellicht sprake was van enige ironie. Hoe vet moet een knipoog zijn om nog te worden opgemerkt? In de gaarkeukens van opiniërend Nederland wemelt het van onbegrepen ironie. Ik ben er de afgelopen tijd op gaan letten en heb wat treffende gevallen verzameld. Vooral op sociale media, waar de zinnen los van hun context als confetti worden uitgestrooid, overheerst de neiging alles letterlijk te nemen zolang er geen smiley bij staat. Uit de Volkskrant: Jean-Pierre Geelen neemt in cafetaria De Vette Hap „de bladen” door. Die „waar je thuis niet mee kunt aankomen” welteverstaan: vol ondraaglijk lichte interviews met BN’ers, glossy foto’s en vuige roddels. Katja Schuurman was not amused op Twitter. Dat blad waar je thuis niet mee kon aankomen, en dat haar portretteerde, dat was wel mooi het Volkskrant-magazine! Eh…inderdaad, zoals het hele stukje al onze voortreffelijke kwaliteitskranten op de hak neemt. Waar komt die ironieblindheid ineens vandaan? Is het kenmerkend voor de tijdgeest? Zijn wij zo ironieloos geworden? Dat hangt er vanaf wie je het vraagt. Vier jaar terug publiceerde The New York Times een spraakmakend essay van Christy Wampore: How To Live Without Irony?. Wampore, literatuurdocente aan Princeton, zag ironie als de grondhouding van een nieuwe generatie. Vooral bij hipsters, een soort „levende citaten”, constateerde ze die zelfverdedigende houding, een vlucht voor verantwoordelijkheden, een ironie die alles heeft doordrenkt: „It has leaked from the realm of rhetoric into life itself.” Een second opinion naast Wampores diagnose lijkt me gewenst. Niet alleen is het twijfelachtig of haar observaties bij één subcultuur nu zo kenmerkend zijn voor een hele generatie, ook zie je juist bij die hipsters een sterke hang naar biologisch eten, zelfgeknutselde spullen en aanverwante nostalgie naar ‘authenticiteit’. En dát fenomeen beperkt zich nu juist niet tot de hipster. Deze tijd lijkt me er niet een van schouderophalend relativisme, niet van een lacherig anything goes. Het is vooral: ónze zaak goes. En dan schieten we propjes naar elkaar vanuit onze verkavelde betwetersveldjes. Links, rechts, populist, veganist, elite en volk, autoch- en allochtoon, white privelige-leden en black-life-matters-kameraden, voorstanders van Zwarte of van Witte Piet: het enige wat ze werkelijk met elkaar delen is hun rabiate afkeer van ironie. Ze weten waar ze staan en zijn niet van plan daar dubbelzinnig over te doen. Sterker nog, we kunnen het niet langer velen als iemand niet onomwonden duidelijk maakt ‘waar hij staat’: de tirannie van het letterlijke. Ironie, uit het Griekse eirooneia, betekent letterlijk geveinsde onwetendheid. Doen alsof je neus bloedt en tegelijkertijd drommels goed weten dat je iets anders zegt dan je beweert. Dat spelletje werkt alleen als de ander dat doorziet, en daartoe verstopt de ironicus subtiele signalen in zijn tekst. Internet, de grote versnipperaar, vermaalt elk betoog tot confetti zonder context, terwijl juist in die context vaak die signalen verstopt zitten die zeggen dat we het met een knipoog moeten lezen. Ironie is een flirt met de lezer: het dubbelzinnige signaal. Ironie glimlacht samenzweerderig: wij begrijpen elkaar, wij doorzien de code. In die zin is het een retorisch foefje, om betrokkenheid bij je tekst te creëren, de lezer medeplichtig te maken. Die moet natuurlijk altijd de betekenissen zelf construeren, de beelden uit zijn eigen fantasie projecteren, maar door subtiel weg te laten of door de betekenis in een paar lagen onder de letterlijke in te graven, heeft die lezer nog meer het gevoel de tekst zélf te schrijven Die wordt zo nog sterker een product van zijn eigen verbeelding of redenering, en dus zal hij eerder geneigd zijn er in te geloven. Zolang de tekens worden opgepikt althans, en nu dat minder het geval is, strandt veel ironie als een onbeantwoorde avance. Wat doe je ertegen? De knipogen vetter maken? Sommigen snakken naar een ironieteken, maar de ironie wil dat zo’n teken allang stilzwijgend binnen is geslopen: de smiley. En die is nu juist de betonrot in ons ironisch vermogen. Schrijver Henk van Straten citeert op Twitter Stephen King, die zich een fan van Herman Koch verklaart: „Haha, ene Stephen springt op de Herman Koch hype. Kent Jiskefet waarschijnlijk niet eens. Haha, nepper, sukkel.” Sommigen reageerden oprecht verontwaardigd. Van Straten: „Had ik een knipoog-emoji moeten toevoegen?” De knipoog slaat dubbelzinnigheid plat tot iets eenduidigs. Vette emoticons hebben de talige finesses verjaagd. Het punt dat de snelle internetschrijver moet maken is uitgebeend tot soundbite. De omweg van de ironie is tijdverspilling voor wie de waarheid in acht woorden kan uitschreeuwen. Zo verwerd de subtiele flirt tot obscene balts. We lijken ironie alleen nog maar te accepteren als die duidelijk gemarkeerd is. De Speld, Arjan Lubach en LuckyTV zijn mateloos populair, maar probeer maar eens satire te bedrijven buiten die zwaar door markering beveiligde ironische enclaves. Probeer maar eens een ironisch zinnetje te sms’en zonder ;-) erachter te typen. Dat kost je vrienden. En misschien zelfs je relatie. Maar ironie is veel meer dan ‘lekker weertje’ zeggen als het stortregent. Ironie is niet per se het omgekeerde zeggen van wat je bedoelt. Ironie hoeft niet eens altijd onwaar of ongemeend te zijn. In The Rhetoric of Irony (1974) onderscheidt criticus Wayne Booth ‘stabiele’ versus ‘instabiele’ ironie. Bij de eerste is de bedoeling van de auteur duidelijk (‘lekker weertje, hè’), maar complexer is het bij die instabiele ironie, waar het niet per se helder is ‘waar de auteur staat’. De oude ‘romantische ironie’ is daar een voorbeeld van. Gerard Reve: „Zelfmoord? Ach, op mijn leeftijd loont het eigenlijk de moeite niet meer.” Oscar Wilde: „Philanthropic people lose all sense of humanity.” Als stabiele ironie al slecht herkend wordt, hoe moet het dan met de nog complexere vormen? Toen Halina Reijn een volkswoede over zich afriep in een AD-column over „de starende zeekoeien die traag voorbij zeilen op de loopband van de luchthaven”, twitterde ze daags erna: „Lieve mensen, niets dan knipogen, lichtheid en ironie bedoel ik de wereld in te slingeren.” Bedoelde ze dan niet te zeggen dat die vliegveldstaarders dik en schaamteloos waren? O vast, dat ook. En tegelijkertijd bekritiseert ze haar eigen gevoeligheid voor die blikken en onderzoekt ze, met de nodige tongue-in-cheek, de tol van de roem en het betaalde tegenover het ‘onbetaalde’ staren. Het is een ironisch gekruide tekst – die alle personages relativeert, inclusief de vertelster zelf. Hetzelfde geldt voor een veelbesproken interview in deze krant, met de dieetdames van The Green Happiness. Dat zou veel te kritiekloos zijn, maar het gekozen register van verslaggeefster Rinskje Koelewijn getuigt toch echt wel van een vrolijke distantie: „En u dacht dat u goed bezig was? Nou, dat bent u niet. Niet echt. U kunt zich veel gezonder, energieker en gelukkiger eten. Als u ánders eet. Beter.” In een ironische tekst zijn de uiteindelijke betekenis en het morele oordeel opgeschort, uitgesteld, en zo ontstaat er, tussen het teken en de betekenis, een ruimte waar andere wetten gelden, als op een podium. Een ‘tovercirkel’ zoals Johan Huizinga die ‘speelruimten’ zo mooi noemt in Homo ludens (1938): tempels, theaters, sportarena’s, waar de normale wetten tijdelijk buiten werking zijn gezet. Ironie trekt toverkringen in de taal. Het is een bijna fysieke sensatie: de erotiek van de talige meerstemmigheid, met haar haast tactiele magie. Vooruit, hoor ik u denken, dat is allemaal mooi en aardig, maar heeft die Christy Wampore intussen toch niet gelijk? Verschanst de ironicus zich niet in zijn comfortabele tovercirkeltjes? Welnee, ironie en engagement sluiten elkaar allerminst uit. Ik wil het zelfs omkeren: juist wie ondubbelzinnig zijn stellingen poneert ontbreekt het aan engagement. Juist de ideologische verstarring laat geen lucht voor de relativerende verkenning van alle standpunten. De ironielozen doen geen recht aan de inherente tegenstrijdigheden. Echt zeker weet ik alleen dit: als we de subtiliteit van de ironische toonzetting missen, beroven we ons taalinstrument van zijn gulle meerstemmigheid. Het is alsof we een concertvleugel nog maar met één vingertje bespelen.
  6. Oh, dat zijn goede tips! Ga ik naar kijken. Maar niet meer vanavond, tijd om te slapen. Deze avond heb ik besteed aan het prutsen met toewijzen van knopjes. Ik heb gewijzigd dat je de ISO instelt met set+bovenste wieltje. Dat werkt echt veel beter dan dat je de plek van dat stomme iso-knopje moet zoeken, omdat die set in het midden van het onderste wieltje zit. Het resultaat voelt als wijsvinger = sluitertijd duim = diafragma duim+wijsvinger = iso Ik heb ook gewijzigd dat de belichting wordt vergrendeld niet totdat je de foto maakt maar totdat je voor de 2e keer op die knop drukt. Eerder had ik dat ik een foto moest maken om te ontgrendelen en ook dat voor mij om onduidelijke redenen de ontgrendeling er vanaf ging (bij wat langer prutsen vooral, dus wellicht na een bepaalde tijd.) Nu geen last meer van. Er is wel 1 nadeel: je moet er wel zelf aan denken dat je hem ook weer ontgrendelt na het maken van een foto. Maar ik heb het toch liever zo.
  7. Mooi zo! Morgen is het alleen geen fantastisch weer om daar van te gaan genieten
  8. Ik heb wel een tijdje zitten te twijfelen over die f/1.4 en ook over een Tamron 45mm 1.8 met beeldstabilisatie. Die laatste is zwaar en duur, en zware lenzen heb ik al wel . Die 1.4 zou ongeveer van f/1.8 tot f/2.2 iets scherper moeten zijn, maar vanaf f/2.8 weer minder. AF zou wel iets sneller zijn, maar ik heb besloten eerst maar eens voor de try-out versie van de 50mm te gaan en als 50mm bevalt en ik wil meer dan kan ik altijd nog eens verder kijken. Ik kan me ook voorstellen dat 35mm leuker blijkt, en dat de Canon 35mm f/2.0 IS nog eens in huis komt in plaats van een duurdere 50mm. "you are only allowed to upload 5 Mb" zie ik dan. De meesten staan overigens personen op dus die plaats ik liever niet. Verder zijn de onderwerpen (sprookjestaferelen) behalve dan voor mijn dochter niet altijd even boeiend, maar met weinig licht, toch nog veel verschil tussen licht en donker, beweging, spiegelend glas wel leuk om op te oefenen.
  9. Ik heb deze er ook maar bij gedaan. Gisteren aangekomen, maar in spaarlamplicht is het niet echt leuk uitproberen. Het voelt wel fijn op de camera, zo'n lichte lens, zeker in vergelijking met de Sigma van meer dan 800 gram. Mijn vrouw vond vanwege het lichte gewicht de nieuwe meteen de beste lens so far, dat zal duidelijk zijn. Ik heb nog geen tijd gehad om naar Foto Konijnenberg te gaan voor de kalibratie van de Sigma, dus deze kan dan nog mooi worden meegenomen. Met de Sigma heb ik ook zonder kallibratie wel lol. Als je niet lager gaat dan f2.8 zit blijf je ook met de afwijking altijd wel binnen het scherptegebied. Wil je lager, dan moet je tijd hebben om handmatig scherp te stellen in live view. Dat geeft overigens altijd het beste resultaat, AF is in vergelijking daarmee toch een beetje een noodoplossing voor als je geen tijd hebt om scherp te stellen. Ik was vorig weekend in de Efteling, en er zijn daar genoeg leuke low light situaties waar je rustig met je instellingen kunt klooien, evalueren, bijstellen, enz. Mijn dochter heeft daar ook bepaald geen haast, dat helpt ook geweldig. Zon en herfstkleuren hebben leverden ook mooie foto's op.
  10. Hadden we je nou van tevoren moeten uitleggen dat Emmy ook de motivering ook mee weegt?
  11. Hoe krijg je dat er ooit uit Snelle? Ik lees op deze website: De totaalprijs voor een werkend Tesla Powerwall systeem ligt tussen de 6095 euro en 6795 euro. https://www.eneco.nl/actie/teslapowerwall/veelgestelde-vragen/ Nou mag je in NL tot in ieder geval 2020 salderen, maar als ik nu panelen neem dan dienen die ook na 2020 nog even mee te gaan.
  12. Ik wacht op een polshorloge met uitrol/vouwbaar 30 inch scherm. Ik wacht al een tijdje.
  13. Als het maar licht geeft. Alles went. En veroudering moet er kennelijk nou eenmaal zijn, de ontwaarding van vorige modellen is nou eenmaal een relatieve waardevermeerdering van wat nog verkocht moet worden. Heb je een goed ontwerp dan is de kans dus groot dat het beroerder wordt. Vervelender dan dat koplampjesgeklei is eigenlijk dat de 1.8 tsi's alleen nog maar te krijgen zijn in uitrustingsniveaus met achterlijk veel toeters en bellen, en als je daar niet voor wilt betalen je opgescheept zit met een opgevoerde 1.4. In Duitsland kan je gewoon nog een ambition met 1.8tsi bestellen, maar in NL niet meer.
  14. Mijn negative transfer komt door de ervaring dat auto's zonder sensor aan het pedaal prima starten zonder de koppeling in, zolang de auto maar in z'n vrij staat. Koppeling vergeten bij bijna stilstaan is niet zo'n ramp meer sinds de motor zichzelf weer start zodra je de koppeling weer in trapt. Mijn vrouw vindt dit overigens met stip de grootste innovatie in autotechniek van de afgelopen decennia.
  15. Als je de koppeling vergeet in te trappen bij het starten ben je behoorlijk de clutch kwijt inderdaad.
  16. Ik zie het woord "clutch" in m'n display als ik de koppeling vergeet in te drukken bij het starten.
  17. Er zijn toch wel meer aanbieders hiervoor?
  18. Die 130 graden.... Als dat van een analoog metertje is valt daar niet veel waarde aan te hechten. Analoge metertjes kennen 3 standen, koud, normaal, te heet. O ja, en de stand "bezig van de ene naar de andere stand te gaan ". De schaal is fake.
  19. De plotselinge terugval zou misschien kunnen doordat de stroming van de koelvloeistof tijdelijk wegvalt. Maar 130 graden..... dan is je auto een stoommachine geworden. Dat zou je toch moeten kunnen waarnemen los van de metertjes. Misschien is er een sensor stuk of een kabelbreukje ergens... Altijd leuk, op internet een stapeltje hypotheses formuleren. Ik ben benieuwd waar de garage mee komt.
  20. Ik heb dat wel meegemaakt met een niet-skoda, maar dan in combinatie met duidelijke signalen van onder de motorkap. Dat was einde auto. Welk motorblok zit er in jouw Fabia?
  21. Ik had een dag in m'n vakantie gereserveerd om focusafwijking van de Sigma te gaan meten, maar helaasch een ziek kind wat daardoor niet naar de opvang kon. Ik zie nu echter dat je dit ook kunt laten doen: https://www.fotokonijnenberg.nl/klantenservice/extra-diensten Mij lijkt 1 uur nogal kort om een zoomlens te kalibreren. Dat moet iets van 5 keer per 4 brandpuntafstanden maal 4 afstanden tot het object waarop wordt scherp gesteld. Dat zijn 80 foto's, die daarna ook geanalyseerd moeten worden. Als je de afwijking weet is er ook geen duidelijke eenheid waarin je de 16 correctiefactoren kunt ingeven, dus dat is dan natte-vingerwerk, waarna de hele riedel dus nog een keer moet. Het kan maar zo zijn dat die riedel 5 keer moet worden doorlopen voor het echt precies scherp is. Ik vraag me dus af of 50 euro wel echt kan opleveren wat je hebben wilt...... https://www.camerastuffreview.com/nl/accessoires/sigma-usb-dock-test
  22. Oh, dan ben jij ook duidelijk ook van een/de frontaalkwab-verloren generatie
×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Belangrijke informatie

We hebben cookies geplaatst op je toestel om deze website voor jou beter te kunnen maken. Je kunt de cookie instellingen aanpassen, anders gaan we er van uit dat het goed is om verder te gaan.

Disclaimer: Skoda Forum Europe is not an official SKODA site and is not affiliated to SKODA in any way. Visit the Official SKODA Website. Skoda Forum Europe are not directly responsible for information which maybe posted in this forum. All content is viewed and used at your own risk. We do not warrant the accuracy or reliability of any of the information. The views expressed herein are those of the individual contributors and not necessarily those of Skoda Forum Europe or SKODA. All trademarks and copyrights remain property of their respective owners. © Skoda Forum Europe