waarmee je dus Marco's vraag niet kunt beantwoorden, je weet van 1 voorval van wel, maar weet niet of er verdere voorvallen zijn Ik dacht dat het temporele element wel begrepen zou worden. Het onovertuigd ligt in het heden, het DSG-er in een potentientiele toekomst, en daarin speelt dan die tussentijd een rol aangezien die relevantie ervaring daarin opgedaan kan worden. Ik had het woordje "nog" kunnen invoegen. Een "nog" onovertuigd DSG-er. Ja, de tuner was als een bakker, DSG-rijden is als zwemmen, en er was ook nog iets met spruitjes, waarbij de spruitjes tenminste nog iets met waarderen te maken had, en niet met kunnen. Het voordeel van analogieredeneringen is dat ze vooral heel logisch zijn als ze jouw visie weerspiegelen, het nadeel dat de overtuigingskracht 0,0 is voor als iemand een andere visie heeft. Het is dan ook geen onderbouwing, meer een retorische truc.