De dood van de auto Door Bas van Putten BMW en Mercedes lonken vergeefs naar jonge klanten Als jongen droomde Bas van Putten over de geur van leer en het schurende geluid van oude Porsches. Zo niet zijn zoon. Die heeft genoeg aan zijn iPad. De laatste keer dat ik mijn zoon dacht te betrappen op belangstelling voor auto’s zag ik het fout. Ik nam hem mee in een Land Rover Discovery, een machtige terreinwagen, in de hoop een sprankje autoliefde in zijn jongensziel te planten. Ik liet de vijfcilinder turbodiesel brommen, verklaarde wat de tank op onverhard terrein vermocht; ik preekte zo belachelijk als vaders kunnen zijn. Hij knikte sereen onverschillig. Wat ik voor ontwakende interesse aanzag toen ik hem via de achteruitkijkspiegel met gespannen blik mijn gang door het verkeer zag volgen, bleek ontsteltenis. Verbijsterd over zoveel brute stompzinnigheid sloeg hij gade hoe een man, zijn eigen vader, uit vrije wil een rijdend flatgebouw door een benauwde woonwijk perste. Sindsdien zijn alle auto’s onbespreekbaar, op de vroom correcte Prius na, die het milieu ontziet, een thema dat hem zorgen baart zoals het Nederlandse jongeren betaamt. Hij is nu zeventien. Mijn voorstel rijlessen te nemen is beleefd naar de taboesfeer doorgeschoven. Zijn fysieke biotoop is klein genoeg voor de fiets, de wereld achter de horizon bereist hij per iPad. De meeste jongens van zijn leeftijd zijn zo. Die hebben geen Lamborghini-posters in hun jongenskamers hangen, ‘zoals wij’. Op hun sociale podia chatten ze niet over Ferrari’s. Ze hoeven trouwens nergens heen. Ze zijn er al. Online. (………) Volgens de Federal Highway Administration in de Verenigde Staten beschikte in 2008 46,3 procent van de Amerikaanse negentienjarigen over een rijbewijs, tegen 64,4 procent in 1998. Uit een recent rapport van het Amerikaanse onderzoeksbureau Gartner blijkt bovendien dat 46 procent van de automobilisten tussen 18 en 24 jaar een internetaansluiting prefereert boven het bezit van een auto. En dat in het ultieme autoland. In Europa gaat het, galg en rad, dezelfde kant op. Nederland vormt geen uitzondering. ‘Jongvolwassenen zijn heden ten dage minder mobiel dan zo’n vijftien jaar geleden’, schrijft het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid, zelfstandig onderzoeksinstituut onder de paraplu van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, in de Mobiliteitsnota 2012.