Skoda Superb Combi 1.8 TSI Elegance valt aan op de rangorde

[EdK]

Als de gelegenheid zich voor doet te mogen investeren in een flinke gezins- of zakenauto met allerlei luxe, dan staat de gevestigde (Duitse, Zweedse) orde maar al te graag klaar om bijpassend vervoer te verzorgen. Skoda opent echter ‘groots’ de aanval om ook in de shortlist te worden opgenomen. Volgens hen kun je ook riant genieten van luxe op niveau in de Superb Combi. Wij rijden het vlaggenschip als 1.8 TSI DSG Elegance om te zien of hij dat naast een heleboel binnenruimte ook op andere manieren kan waarmaken. Is de Tsjech een verrassende tegenspeler?

Skoda speelt met de Superb Combi een leuk spelletje. Raad eens wat de meest luxe uitvoering Elegance Businessline, met deze uitstraling, 160 pk turbomotor en automaat moet kosten? 40.000 euro. We bedoelen maar! De Superb oogt dus veel voornamer dan je op grond van zijn roots zou verwachten. Met 4.84 meter lengte is de Tsjech qua postuur sowieso al heel serieus te nemen. Zeker in de het lichte Cappuccino Beige en met 17 inch wielen en subtiel privacyglas straalt de Superb Combi in optima forma, op het gedistingeerde af naar onze mening. Het overzichtelijke, koele lijnenspel en de chique chroomlijsten langs de ramen en grille hebben bovendien bij de stationwagon een nog sterkere, elegante uitwerking dan bij de sedan, waar toch de plompe kont en uitgestrekte daklijn de meeste aandacht vraagt.

IKEA-ruimte en aangename luxe

Bij een auto van formaat zoals deze zijn ook de verwachtingen binnenin hooggespannen. Omdat Skoda sinds het laatste decennium gretig gebruik mag maken van al het lekkers uit andere VAG-modellen, hoeft het merk veeleisende rijders niet meer teleur te stellen. Om te beginnen is er binnenruimte in overvloed. Met dank aan 2.76 meter wielbasis is elke zitplaats in de Superb Combi riant voorzien van beenruimte. Hoe wel de afstand tussen de wielen echter niet groter is dan bijvoorbeeld een Mercedes-Benz C-Klasse, kan geen Mondeo, Volvo V70 of andere flinke middenklasser tippen aan de binnenruimte van de Superb. Met die forse bewegingsvrijheid kan de Skoda gemakkelijk mee komen met de A6-en en E-Klasses van deze wereld. Ook als het om de bagageruimte gaat, want die heeft ruimte te over voor elke flinke zomervakantie, wintersport, retourtje Schiphol of een bezoekje aan de IKEA. Zwarte nappaederen bekleding maakt de zit extra comfortabel; waarbij we voorin er desgewenst met een druk op de knop warmpjes bij zitten. De materialen waaruit de rest van het interieur is opgetrokken stemt ons tevreden; de Skoda zet geen nieuwe maatstaven maar de overzichtelijke mix van kunststoffen, chroomaccenten en houtsier in het zwarte interieur houden de sfeer geriefelijk op peil. Ook luxe als uitgebreide, geïntegreerde navigatie met harddisk, geregelde klimaatregeling met uitstroomopeningen achterin, parkeersensoren rondom, de in het achterportier verstopte paraplu en een handige zaklamp maken het ruimtelijke verblijf onderweg (of daarna) aangenaam.

Onze kritiek schuilt slechts in details; een paar kleine rammeltjes bij een tellerstand van 20.000 en een weerbarstige boordcomputer bij ingeschakelde navigatie. Het is dan bijvoorbeeld niet mogelijk om verbruikscijfers op te roepen, waardoor we de rest van de rit tegen de navigatiepijlen moeten aankijken. Een beperking die zich bij Volkswagens niet voordoet. En waarom hebben we geen Bluetooth handsfree carkit op het prijzige Columbus navigatiesysteem? Dat mag er toch wel bij zitten! Tot slot verrast de Superb Combi wel weer aangenaam met automatisch dimmende buitenspiegels voor tijdens de avonduren, twee elektrische bedienbare voorstoelen en de elektrisch te openen achterklep (optie; 490 euro). Deze verwennerij hadden we niet op de lijst met uitrustingsmogelijkheden verwacht! Het onderstreept maar weer eens dat de Superb Combi zich als een luxe reisauto van deze tijd mag profileren. Dat de neus overdag niet de wereld in kijkt met een strip LED-jes maar discreet de mistlampen inzet zien we eerder als een plus dan een min. In de avonduren creëert de xenonverlichting perfecte zichtbaarheid.

Gemoedelijk en zuinig

Omdat Skoda hoog van wal met de Superb Combi kan steken is er in de keuze van motorvarianten en transmissies voor elk wat wils. Naast de soepele instapper 1.4 TSI, vlotte 2.0 TSI, verwen-3.6 V6 FSI(!) en drie common rail diesels is er de 1.8 TSI 160 pk, in ons geval gekoppeld aan de zeventraps DSG-automaat. Het is het ideale duo om soepel en ongemerkt vlot kilometers te maken. En wanneer je gewoon met de verkeersstroom meerijdt overtuigt de vierpitter door zijn stille loop. Het zijn eerder de afrolgeluiden van het Continental-rubber dat te horen is. Aan de pomp blijkt het koppel niet de hoofdprijs te vragen. Met veel lange afstanden – want daartoe nodigt de Superb Combi toch wel toe uit – bleek een verbruik dat richting 1 op 13 liep geen utopie. Hierbij heeft de automaat in positieve zin aan bijgedragen, aangezien de DSG-7 bak efficiënt is opgebouwd en bovendien graag een hoge versnelling op zoekt.

Zodra je meer haast hebt biedt de S(port)-stand van de DSG-transmissie uitkomst. De bak staat dan op scherp en schakelt bij een minimale beroering van het gaspedaal razendsnel een, twee of zelfs drie trappen terug. De TSI-krachtbron laat zijn maximale kunnen los en maakt de Superb echt vlot, zeker vanuit lage snelheden. Omdat vervolgens ook weer laat wordt opgeschakeld is deze sportmodus in sommige gevallen iets te veel van het goede, zeker voor onze Cappuccino-lobbes. Bovendien wordt de zevende versnelling aan zijn lot overgelaten en keert de rust dus nooit helemaal terug. In de Superb moet je dus rijden zoals je zelf gereden zou willen worden. Daar zijn de rijeigenschappen ook op afgestemd; vrij neutraal, vervolgens vriendelijk onderstuurd met gemoedelijke, niet al te communicatieve, lichte besturing. Met 1500 kg leeggewicht is de Tsjech bij koerswissselingen voelbaar ook geen lichte, dynamische jongen, al wekt de wat stuggere demping op latere momenten een andere indruk.

Overall is rijden in de Superb een allerminst spannend of uitdagende belevenis, maar wél een ervaring die strookt met het beoogde karakter van de auto. De 1.8 TSI is er naast de 3.6 FSI eventueel vierwielaangedreven, een vrij unieke toevoeging in het leveringsprogramma waarbij de Superb aan onderscheidend vermogen wint. Hoewel we er van overtuigd zijn dat die integrale aandrijving aanmerkelijk bijdraagt aan een nog stabieler en neutralere wegligging (en een zorgeloze wintersportvakantie) is 4x4 bij dit type auto geen must.

Conclusie

Is het tijd voor een Superb? Wanneer je toe bent aan een volwassen, gezins- of zakenauto die uitblinkt met een solide, zelfs chique uitstraling én een hoge mate van luxe is de Superb Combi serieus te overwegen. Zijn onbezorgde ruimte-aanbod zetten en uitgebreide uitrusting de Skoda op een voorsprong van andere middenklassers. Helemaal als je de prijzen met elkaar vergelijkt en als zakelijk rijder bijtelling moet betalen (de Greenline diesel valt in de 20%-klasse!). Dat er dynamischer stations op de markt zijn kan in dit segment niet al te zwaar wegen. Bovendien zet de 1.8 TSI er een zeer net benzineverbruik tegenover.

Bron: autovandaag.nl